De Stellingen van Tessa Los

Stellingen met betrekking tot onderwijsverneuwing o.a. op basis van de literatuur tot nu toe (24-10-79 Tessa Los)


1. Institutionalisering van onderwijsvernieuwing is overwegend in handen van deskundigen wiens 'deskundigheid' is gegenereerd buiten de onderwijspraktijk.

2. Mensen leren primair van onmiddelijke konfrontatie met andere mensen (vgl. schriftelijk--mondeling onderwijs).

3. In de loop van de laatste 50 jaar is de aard van de opvoedingsrelatie in toenemende mate veranderd van orde/bevels (hierarchische) relaties in onderhandelings/conflikt- (horizontale) relaties. Dit geldt voor de samenleving in het algemeen.
Deze veranderingen in de aard van relaties zijn gepaard gegaan aan veranderingen in de productieverhoudeingen, maar zijn vooral een gevolg van de enorme uitbreiding van verzorgings instituties (uitbreiding van minder productiegebonden beroepen) en van een grotere openheid van de gezinsastructuur (denk b.v. aan televisie, die gezin 'binnen' komt).

4. Naarmate het onderwijs meer gedragen wordt door door voor langere tijd vastliggende theorieen over 'de ontwikkelingsfasen van kinderen', over 'leren', 'rijpheid', 'determinatie, orientatie, en differentieatie', (geisoleerde ideeen uit de deskundigenwereld; verkapte bevelsstructuur) en minder aandacht wordt besteed 'onderhandeling/communicatie met kinderen, zal een toenemende 'ontscholing' plaatsvinden;
dat wil zeggen dat in toenemende mate kinderen, thuis, in de buurt, op reis, in 'peer-groups', onderhandelingsvaardigheden voor deze samenleving verwerven.

Kinderen worden primair, d.w.z. van huis/buurt uit in een onderhandelingsstructuur opgevoed en zullen zich op allerlei manieren aan een verkapte bevelsstructuur weten te onttrekken; ook aan de verkapte bevelsrelaties van politiek bevlogenen en egotrippers in het onderwijs.
Naast het 'verborgen leerplan', de 'verborgen revolutie'.

5. Wat ik 'ontscholing' noem bergt het gevaar in zich van een samenleving, die overgeleverd is aan zijn tegenspraken, dus aan anarchisme.

6. Een onderwijssysteem, welke uiteindelijk bijdraagt aan een zekere mate van internationaal economisch evenwicht, internationale vrede en loyaliteit van de mensen is onontbeerlijk.

7. Voor een voortgaande verandering van de samenleving in de richting van een toenemende participatie van mensen in de maatschappelijke voortbrengselen en in bevordering van vrede is relatieve autonomie aan de 'basis van de opvoeding (de driehoeksverhouding: onderwijzer-leerstof-lesstof) noodzakelijk.

8. Bovenstaande houdt in het nastreven van een evenwicht tussen 'overdracht' (veelal schriftelijk) en konfrontatie (veelal mondeling). Er moet een grote ruimte blijven voor mondelinge konfrontaties over de lesstof. Naarmate de leerlingen jonger zijn, moeten ouders daar actief deel in kunnen hebben.

9. Sociologisch onderzoek op het gebied van onderwijsvernieuwing kan derhalve nooit direct gericht zijn op veranderingen in het curriculum. Sociologisch onderzoek naar schoolse processen in relatie tot onderwijsvernieuwing moet zich uitsluitend richten op het op het hoe van schoolse processen in het licht van bovenstaande uitgangspunten.
Het 'zou moeten' moet aan de onderzochten worden overgelaten.
 


terug.