"DE MOET EN HET MAG"



Racisme en het Vluchtelingenprobleem
 
Racisme is een veel breder probleem dan dat van de vluchtelingen. Racisme is een deel van ons onbewuste dat in het dagelijks leven tal van relaties met onze medeburgers vergiftigt. Het kleurt de blik op de wereld om ons heen op een manier die ons machteloos maakt. Racisme, discriminatie, is een mechanisme dat er voor zorgt dat we onwillekeurig opmerken dat onze gesprekspartner van ons verschilt, en dat we dat verschil van invloed laten zijn op ons gedrag: negatief of positief, dat maakt niet uit. Het gevolg is dat de relatie er onhandig door wordt, lomp, achterbaks.

Velen van ons kennen het gevoel van opluchting als dat aspect na enige nadere kennismaking uit de relatie verdwijnt. De meesten in dit land komen niet zo ver, en willen ook niet zo ver komen.

Vreemdelingenhaat, noemen we dat, maar als we naar hen luisteren, formuleren ze slechts de angst verdrongen te worden. Vreemdelingenangst zou dan ook een veel betere term zijn.
Ons land telt veel vreemdelingen, en zeker in een stad als Amsterdam kunnen we (soms zelfs niet zonder theoretische trots) spreken over een multiraciale samenleving, hoewel het aantal vreemdelingen relatief veel lager ligt dan bijvoorbeeld in Parijs of Londen. De meeste van die vreemdelingen zijn niet als vluchtelingen ons land ingekomen, maar legaal. Uitgenodigd om te werken of anderszins.
Anderen zijn gewoon gekomen. Dat vinden we niet goed, en dus noemen we ze illegaal. Hoeveel er precies zijn dat weten we uit de aard der zaak niet.

Lang niet voor alle vreemdelingen geldt die angst; nationalisten hebben bijvoorbeeld maar zelden iets tegen Amerikanen. Nee, de angst geldt expliciet voor hen die armer zijn dan wij, voor hen die slechter af zijn.

De vluchtelingen vormen van het totaal aan vreemdelingen maar een miniem deel.
Toch symboliseren zij door hun daad van vluchten, door zich te melden aan de poorten van ons land, precies dat, wat ons zo'n angst inboezemt.
Door expliciet de slechte situatie in hun eigen land als reden van hun komst te geven, confronteren zij ons op de meest harde manier met de ongelijkheid, de rechteloosheid.

Door een beroep te doen op de humane waarden die wij pretenderen na te streven, confronteren zij ons met de hypocrisie daarvan.
En door hun daadkracht verbreken ze het beeld van het gevaarloze, passief verhongerende slachtoffer dat zo populair is in de televisie-uitzendingen die onze weldadigheid oproepen.
Kortom, elke vluchteling is de materialisatie van onze nachtmerries: achter hem zien we de horden op ons af komen.

Daarom vormt het vluchtelingenprobleem (ons vluchtelingenprobleem, niet het probleem van de vluchteling) het juiste aangrijpingspunt om onze eigen angsten aan te pakken.
We moeten de realiteit zowel als de absurditeit van die angsten onder ogen zien, en ontdekken wat er nodig is om een samenlevingsvorm te bereiken waaruit die angsten kunnen verdwijnen.
 
 



Terug InhoudVerder